Het verhaal achter de D-Day-vlag

Twee jaar geleden was het groot nieuws: de terugkeer van de D-Day-vlag naar de Verenigde Staten. Tijdens een speciale ceremonie in het Witte Huis overhandigde Bert Kreuk deze Amerikaanse vlag op 18 juli 2019 aan toenmalig president Donald Trump uit dank voor de bevrijding van Nederland. De vlag wapperde op de achtersteven van de LCC 60, de Landing Craft Control, die als taak had om tijdens de invasie van Normandië de eerste duizenden soldaten en militaire voertuigen veilig aan wal van Utah Beach te brengen. Howard Vander Beek (1917-2014), een ver familielid en zoon van Nederlandse migranten, had de leiding over de LCC 60 en slaagde met zijn bemanning in deze uiterst gevaarlijke doch zo belangrijke missie. In deze blog vertel ik het verhaal achter de D-Day-vlag.

Correspondentie met een ver familielid

In augustus 1999 zocht mijn vader Gerrit contact met Howard. Uit zijn genealogisch onderzoek bleek dat wij een gemeenschappelijke voorvader, Herman Abramse van der Beek (omstreeks 1630 geboren in Babyloniënbroek in Brabant), hebben. Bijna anderhalf jaar schreven Gerrit en Howard geregeld e-mails naar elkaar en Howard stuurde ons destijds ook een exemplaar van zijn boek Aboard the LCC 60. Normandy and Southern France, 1944. In dit boek schreef hij over zijn ervaringen in de Amerikaanse marine en deelname aan de amfibische operaties in Sicilië, Normandië en Zuid-Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog pakte hij zijn werk als docent Engels weer op; “VeeBees seem to become teachers” zo schreef hij treffend. En inderdaad, Howard en zijn beide zoons en mijn vader, mijn oudste zus en ik zijn of waren allemaal docent. Howard ging in 1983 met pensioen. De oorlog kwam niet echt aan bod in de correspondentie. Wel noemde Howard dat zijn hoogtepunten in het millennium een reünie met veteranen van de LCC in Las Vegas en de opening van het National D-Day Museum in New Orleans waren. Pas jaren later toen ik de D-Day-vlag met eigen ogen kon aanschouwen in de Kunsthal in Rotterdam leerde ik het verhaal achter dit unieke linnen doek met 48 sterren en 13 rood-witte strepen kennen.

Brochure van de Dutch-American Land and Immigration Company, uitgegeven in Utrecht
Voorzieningen in Alamosa, 1882

Emigratie naar de Verenigde Staten

Hoe raakt een Van der Beek verzeild in Amerika? De grootvader van Howard, Jan van der Beek emigreerde in 1892 samen met zijn vrouw Helena de Pender en negen kinderen naar het land der onbegrensde mogelijkheden. Ondanks de romantische vooruitzichten in de brochure van de Immigration Company die zij ongetwijfeld gelezen hadden, zou dit jonge echtpaar een ongewisse toekomst tegemoet gaan aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De brochure maakte reclame voor emigratie van boeren en arbeiders naar de San Luis Valley in Colorado, beschreven als het “Italië van Noord-Amerika”. Jan had geen ervaring als boer maar waagde zich toch aan deze oversteek. Maar liefst 28 gezinnen, waaronder Jan, Helena en hun kinderen, stapten op 12 november 1892 in Amsterdam aan boord van het stoomschip de S.S. Dubbeldam van de welbekende Holland-Amerikalijn. Ze waren vrijwel allemaal gereformeerd christelijk en traden vermoedelijk met de Statenbijbel op zak in de voetsporen van de Pilgrim Fathers.

Precies twee weken later arriveerde de familie Van der Beek op Ellis Island, de Amerikaanse grenspost voor immigranten, voor de kust van New York. In Hoboken stapte zij samen met de andere gezinnen op de trein naar Alamosa, een lange reis die nog eens vijf dagen duurde. Ze konden rekenen op een hartelijk welkom van de burgemeester en lokale bevolking van het plaatsje dat slechts 1000 inwoners telde. Uitgerust op klompen zongen de Nederlanders het Wilhelmus, maar de feestelijke stemming was van korte duur. Al snel bleek dat de Immigration Company haar beloftes niet kon waarmaken en nauwelijks voorbereidingen had getroffen voor de gezinnen. Zo had het bedrijf officieel nog geen landbouwgrond in bezit voor verkoop en was er geen goede huisvesting beschikbaar. In de heuvelachtige vallei was veel gebied onontgonnen of nauwelijks bruikbaar en met het korte oogstseizoen en de ijskoude nachten en winters waren de omstandigheden voor landbouw allesbehalve gunstig.

De migranten voelden zich misleid door de Immigration Company en The Denver Republican schreef in december 1892 over de Alamosa-affaire als “The Boldest of Swindles”. Nog rampzaliger was de spoedige uitbraak van besmettelijke ziektes, zoals roodvonk en difterie, onder de kinderen. Het drie jaar oude zoontje van Jan en Helena bezweek vermoedelijk aan één van deze ziektes. De familie Van der Beek zou uiteindelijk met hulp van de plaatselijke gereformeerde kerk naar Pella in Iowa verhuizen, bijna 1000 mijl oostwaarts, en daar een nieuw boerenbestaan opbouwen. Howard schreef dat zijn vader Teunis zijn leven lang een hardwerkende boer in Iowa was geweest. Tijdens de Grote Depressie raakte hij alles kwijt, toen Howard nog een jonge tiener was.

Landing Craft Control (LCC)

Howard Vander Beek kiest voor de U.S. Navy

Howard werd geboren op 8 juni 1917 op een boerderij in Oskaloosa, Iowa. Zijn moeder overleed toen hij slechts vier jaar oud was. Het gezin had het mede door de economische crisis niet breed. Na zijn eindexamen ging Howard Engels studeren aan de University of Iowa; dit was enkel mogelijk voor hem door elke beschikbare bijbaan te accepteren. Na de afronding van zijn bachelor begon hij als docent Engels in Lexington, Nebraska, en later in Galesburg, Illinois. Na de aanval op Pearl Harbor op 8 december 1941 stond Howard voor de keus om te wachten op een oproep voor het leger of zichzelf aan te melden als vrijwilliger. Hij koos voor het laatste zodat hij zelf kon besluiten om in de US Navy te dienen.

Als marinier in spe onderging hij een pittige opleiding om zoals hij schreef een “ninety-day wonder” te worden. Hij herinnerde zich de zware fysieke trainingen ’s nachts op de oceaan en man-tegen-mangevechten. Op 16 mei 1943 was Howard klaar om uitgezonden te worden. Aan boord van de U.S.S. Neville kwam hij erachter dat de bestemming Algerije was, waar de Amerikaanse marine zich voorbereidde op de invasie van Sicilië die op 10 juli begon. Sicilië was zijn eerste amfibische operatie. Twaalf dagen later keerde Howard met de Neville veilig terug naar Amerika, met aan boord POW’s van het Afrika Korps van Generaal Rommel. De Duitse oorlogsgevangenen zouden bij aankomst verbaasd zijn geweest dat New York met al haar wolkenkrabbers nog intact was, omdat de Nazipropaganda hen had wijs gemaakt dat de stad door de Luftwaffe en Duitse marine verwoest was.

Bemanning van de LCC 60. Staand (v.l.n.r.): Howard Vander Beek, Thomas Williams, Wilford Yokum, Ralph Crosden, Joseph St. Germaine, Sims Gauthier en James Hopfensberger. Zittend: Joseph Tarnowski, Sophos Lolos, Joseph Rafaniello en Robert Spencer.

De LCC 60 en haar bemanning

Na een maand verlof verliet Howard zijn familie en vrienden in Iowa voor een nieuwe grote missie. Erg blij was hij niet met het nieuws dat zijn “amphibious duty” een vervolg kreeg. In Florida, waar de Naval Amphibious Base in Fort Pierce was gevestigd, ontmoette Howard zijn grote liefde en toekomstige vrouw Grace Alena Taylor tijdens de eerste kerkdienst die hij daar bijwoonde. Ondanks het grote verlangen naar een normaal burgerlijk leven, werd de jonge Howard klaargestoomd als commandant van de Landing Craft Control. In aanloop naar de grootste amfibische operatie uit de geschiedenis kreeg de US Navy de beschikking over dit kleine maritieme voertuig. De LCC’s waren stalen boten, slechts 17 meter lang, met alle benodigde apparatuur aan boord. Op die manier zouden zij tijdens de invasie zeemijnen en andere versperringen en obstakels voor de Normandische kusten tijdig kunnen detecteren en de honderden militaire schepen in hun kielzog kunnen instrueren over de meest veilige route naar de aangewezen landingsplaatsen. Tijdens de vele oefeningen en simulaties voor de kust van Engeland in de weken voorafgaand aan D-Day leerde Howard alles over de LCC.

Maar weinig mensen wisten destijds af van het bestaan van de LCC, haar functies en doeleinden moesten natuurlijk geheim blijven voor de buitenwereld. Alleen dat zou niet lukken. Op een zaterdagavond in mei 1944 toen Howard en zijn kameraden in de Zuid-Engelse havenstad Plymouth naar de radio luisterden, schrokken zij zich letterlijk een hoedje. Ze luisterden toen graag naar Axis Sally, de bijnaam van een controversiële Amerikaanse radiopresentatrice, die zij amusant vonden vanwege haar sterk overdreven Nazipropaganda. Vrij plotseling richtte ze zich na een liedje tot Howard en zijn secundant Sims Gauthier met woorden als “You are sitting there thinking that you will soon be in on an invasion of this mighty continent. Your stupid leaders are making plans to sacrifice your lives to do it. They really know that no one can invade Europe. (..) Dear boys, don’t be foolish. Go back to your loved ones in the United States while you still can. Otherwise, you will never see them again.” Vervolgens beschreef ze in detail waar de LCC voor diende en wat hun laatste activiteiten waren geweest. Howard vroeg zich af hoe zij dit allemaal kon weten. Wat bleek, enkele bemanningsleden hadden die middag een vriendelijk oud Brits echtpaar gesproken, die als Nazispionnen de informatie hadden doorgespeeld voor Sally’s radio-uitzending. Voor even zonk Howard de moed in zijn schoenen (wellicht net Sally’s bedoeling), maar opgeven was geen optie. De toekomst van Europa en de wereld stond op het spel.

Landing op Utah Beach, 6 juni 1944

De herder van Utah Beach

De spanning nam logischerwijs toe naarmate D-Day dichterbij kwam. Howard en zijn bemanning probeerden zoveel mogelijk te weten te komen over de aanstaande invasie en bestudeerden luchtverkenningsfoto’s van Green Tare Sector, de beoogde landingsplaats op Utah Beach, de codenaam voor het meest westelijk gelegen strand in Normandië. Alles wees erop dat de LCC 60 hier de leiding zou nemen. De precieze datum voor D-Day bleef volstrekt geheim. De Amerikaanse en Britse soldaten en mariniers werden ondergebracht in afgesloten kazernes en barakken, alleen voor de hoge pieten ging de deur nog open. Op 3 juni mocht Howard zijn kwartier in Dartmouth verlaten en werd hij met zijn compagnons direct naar de LCC 60 meegenomen. Om 16:00 uur kreeg de LCC 60 het teken om te vertrekken. De tocht over het Kanaal bedroeg ruim honderd zeemijl en om de volgende ochtend vooraan de grote armada van 865 schepen de kust van Normandië te naderen vertrok de LCC 60 als één van de eersten. Twaalf konvooien van schepen zouden uit Belfast en havensteden in Zuid-Engeland vertrekken. De weersomstandigheden waren in twintig jaar echter niet zo slecht geweest en zorgden voor grote golven en zeer beperkt zicht. Generaal Eisenhower besloot daarom dat de invasie met 24 uur moest worden uitgesteld. Met tegenzin keerde Howard terug naar Engeland, wachtend op beter weer.

Veel beter zou het weer op het Kanaal niet worden, maar voor het behoud van het verrassingseffect besloot Eisenhower dat H-Hour op 6 juni 1944 om 6:30 uur bij laag getijde zou zijn. Van de uren voorafgaand aan H-Hour kon Howard zich weinig herinneren, er gebeurde simpelweg teveel zo snel om goed te kunnen bevatten. Rond half vier ’s ochtends bereikte de LCC 60 de Utah Transport Area, niet ver van de Franse kust. Gevreesd was Rommels ‘Death Zone‘ vol zeemijnen en versperringen voor de kust. Vanuit de bunkers van de Atlantik Wall zou de artillerie van de Duitse Wehrmacht bovendien het vuur openen zodra de geallieerde schepen in zicht kwamen. Howard had door de dichte mist geen zicht op de P.C. 1176 en LCC 80 links van hem, de controleboten voor Uncle Red Beach. Waar de P.C. 1176 als primary control vessel op een zeemijn liep, was de LCC 80 een korte tijd later onbestuurbaar geworden door een boeilijn in de schroef. Voor de LCC 60 zat er niks anders op dan de taken voor Red Beach, naast de verantwoordelijkheid voor Green Tare Sector, over te nemen. Vlak na zonsopkomst, even voor 6:00 uur, keek Howard achterom en zag daar naar eigen zeggen “the greatest armada the world had ever known, the greatest it would ever know.”

Het landingsplan leek niettemin gedoemd om te mislukken. Door de uitschakeling van de controleboten en het gebrek aan zicht door het opgetrokken rookgordijn was navigeren buitengewoon lastig. Wonderbaarlijk genoeg slaagde de LCC 60 erin om deze enorme vloot van schepen vol dappere soldaten veilig naar het strand te loodsen. De landing vond uiteindelijk plaats op Victor Sector, zo’n 1800 meter ten oosten van de geplande landingsplaats, maar dat was gunstig omdat zich daar minder versperringen en bunkers met Duits kanonvuur bevonden. De landing op Utah Beach tijdens D-Day was gezien het relatief kleine aantal slachtoffers uiteindelijk het meest succesvol in vergelijking met de andere Normandische stranden. Ruim 20.000 soldaten en 1700 voertuigen waren klaar om met de bevrijding van bezet Europa te beginnen. Saint-Mère-Eglise was het eerste Franse dorpje dat werd bevrijd door de Amerikaanse paratroepers, die achter de Duitse verdedigingslinie waren gedropt. Howard nam met zijn makkers een kijkje in het dorp dat uitzinnig van vreugde was. De Franse inwoners verwelkomden de Amerikanen met knuffels, kussen en bloemen. Een lange weg naar de bevrijding zou nog volgen, maar dit was het verhaal van de D-Day-vlag.

Statistieken van de landing op Utah Beach

Bronnen

Howard Vander Beek, Aboard the LCC 60. Normandy and Southern France, 1944 (Cedar Falls, Iowa, 1995).

Bernard Krikke en Anton Slotboom, ‘Voor de ogen van de wereld. De terugkeer van de D-Day-vlag’, Kleio 2 (maart 2021) 38-41.

Smithsonian Institute, ’48 star US National Flag, used at D-Day, Utah Beach’ (8-5-2021): https://www.si.edu/object/48-star-us-national-flag-used-d-day-utah-beach%3Anmah_1937342

Peter de Klerk, ‘The Alamosa Disaster: The Boldest of Swindles’, Origins 4:1 (1986) 22-26. Online toegankelijk via: https://www.calvin.edu/hh/origins/Spring86.pdf

Peter De Klerk, ‘Dutch Settlement In Crook, Colorado in 1893’, Dutch Chicago Conference of the Advancement of Dutch American Studies (Palos Heights, Illinois, 1987) 1-21. Online toegankelijk via: https://dutchamericans.files.wordpress.com/2017/01/1987_3_deklerk.pdf

Roots and Grafts, ‘Gunst Family in Colorado’ (21-10-2014): https://rootsandgrafts.wordpress.com/2014/10/21/gunst-family-in-alamosa-colorado-part-1/

Giles Milton (podcast), ‘What happened on the eve of D-Day?’ (13-2-2019): https://www.quickanddirtytips.com/education/history/what-happened-on-the-eve-of-d-day?page=1

Frank Blazich en Jennifer Jones, ‘The Shepherd of Utah Beach’, National Museum of American History (18-7-2019): https://americanhistory.si.edu/blog/dday

RTL Nieuws, ‘Kunstverzamelaar Kreuk overhandigt historische D-Day-vlag aan Trump’ (18-7-2019): https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/4785561/kunstverzamelaar-kreuk-overhandigt-d-day-vlag-aan-trump

The Statue of Liberty – Ellis Island Foundation, ‘Ship Manifest and List of Passengers Dubbeldam’ (8-5-2021): https://heritage.statueofliberty.org/ship-details/czo5OiJEdWJiZWxkYW0iOw==/czoxMDoiMTg5Mi0xMS0yNiI7/czo4OiJtYW5pZmVzdCI7/czowOiIiOw==/czozOiIyNzAiOw==

Brittanica, ‘Utah Beach’ (8-5-2021): https://www.britannica.com/place/Utah-Beach

Verwantschap met Herman Abramse van der Beek (~1630-1705) en Howard Vander Beek, zie VIII-y en IX-u (8-5-2021): http://home.planet.nl/~beek4739/gerrit/habeek.htm

Correspondentie tussen Gerrit van der Beek en Howard Vander Beek, 1999-2000.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s